Bijna een op de drie kinderen in Nederland heeft een migratieachtergrond. Grote kans dat jij ook meerdere kinderen met zo’n achtergrond in je klas hebt. Wat een rijkdom! Op taalgebied is er dan veel te ontdekken samen. Welke talen spreken ze zelf? En waar komen ze in hun (directe) omgeving mee in aanraking?
De methode Taaljacht ziet meertaligheid als een pluspunt. In de taalthema’s en authentieke bronnen die in Taaljacht voorkomen, wordt daarom ook bewust aandacht aan meertaligheid besteed.
In een klas waarin meerdere talen samenkomen gebeuren er leuke dingen! Het maakt de klas kleurrijk en speciaal. De leerlingen leren niet alleen nieuwe woorden, maar doen ook kennis op over andere landen en culturen. Dit maakt je groep begripvoller. Het helpt om beter met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren, dus het versterkt de communicatieve vaardigheden. En het laat meertalige leerlingen ook groeien en meer zelfvertrouwen krijgen, omdat ze zich gewaardeerd voelen door wat ze weten en kunnen. Ga dus bewust om met meertaligheid in je klas.
Per blok krijg je informatie over waar leerlingen met een andere thuistaal tegenaan kunnen lopen. En praktische tips over hoe je de thuistaal van de leerlingen actief kunt betrekken bij de les. Vanwege het compacte lesprogramma van Taaljacht taal is daarvoor ook ruimte in het rooster. Deze tips zijn niet alleen bedoeld voor taalzwakke leerlingen die nog maar pas gestart zijn met het leren van Nederlands of degenen die een nog beperkte woordenschat in het Nederlands hebben. Ook taalsterke leerlingen zijn gebaat bij kennis van de verschillen en overeenkomsten tussen andere talen en het Nederlands.
Op de meertaligheidspagina’s in de methode staat ook achtergrondinformatie over specifieke moeilijkheden voor de leerlingen. Met deze tips en informatie kun je het onderwijs nog beter afstemmen op de behoeften van de leerlingen. Taaljacht heeft zelfs per jaargroep een speciaal NT2 katern voor preteaching, gemaakt in samenwerking met Josée Coenen (bekend van Zien is Snappen).