Do you have a brother? Do you have an aunt? Do you have a … Leerlingen van groep 6 lopen door de klas en stellen elkaar vragen over mogelijke familieleden. Ze noteren ijverig namen in een lijstje. Lisa heeft bijna haar lijst compleet, ze moet alleen nog op zoek naar een klasgenootje met een neef. Ze loopt naar Milan en vraagt: Do you have a cousin? Yes, beet!
Deze speelse werkvorm om Engelse woordjes te leren komt uit Stepping Stones Junior, het jongere zusje van Stepping Stones (vo). De werkvorm is een goed voorbeeld van de filosofie van deze taalmethode: taal leer je door taal te gebruiken. Dat geldt voor Nederlands als moedertaal, maar net zo goed voor een vreemde taal als Engels. En ten tweede leer je taal het beste door te praten over dingen en gebeurtenissen uit je dagelijkse leven. Over familie bijvoorbeeld.
Taal is primair een communicatiemiddel. Geen set van regels en uitzonderingen (dat is ze ook), maar een manier om elkaar dingen te vertellen en elkaar te begrijpen. Door communicatie centraal te stellen in je taalles, benader je deze natuurlijke functie van taal. Dat betekent ook dat je bij het aanleren van een vreemde taal het beste kunt beginnen bij die communicatie. En dat is precies wat onderzoek naar een effectieve didactiek voor vreemdetalenonderwijs ons vertelt: leerlingen leren het snelst als je hen onderdompelt in die vreemde taal. Oftewel: praat in de Engelse les uitsluitend Engels. Doeltaal is voertaal, noemen we dat.
Kan dat wel op de basisschool? Ja, dat kan juist op de basisschool. Begin Engels tegen je leerlingen te praten en ze willen weten wat je zegt. Maak van taal een spel dat je samen speelt. Laat leerlingen ontdekken dat die vreemde taal soms lijkt op de eigen taal en soms heel anders is. Hé, in het Engels zijn er twee woorden voor neef: een cousin en een nephew! Best handig eigenlijk.
Mensen praten graag over dingen die hen bezighouden. Dat is dan ook een ijzersterk uitgangspunt voor je lessen Engels. Stepping Stones Junior kiest bewust gespreksonderwerpen uit het dagelijks leven en interessegebieden van kinderen. Bijvoorbeeld familie of de dieren uit een dierentuin.
Elke les begint met een introductievideo waarin Engelstalige leeftijdgenoten over zo’n herkenbaar thema praten. Die herkenbaarheid spreekt niet alleen aan, maar biedt ook houvast voor de nieuwe woorden. Vandaaruit wordt de les verder opgebouwd, waarbij leerlingen zelf de woorden gaan gebruiken. Van aunt tot en met nephew en van elephant tot tiger. ‘Mijn leerlingen durven steeds meer – super om te zien!’, aldus een enthousiaste leerkracht.
Een ander effectief bestanddeel van de taalmethode zijn de activerende werkvormen. Die maken het communiceren in het Engels laagdrempelig. We noemden al de leerlingen die door de klas rondlopen om familieleden te verzamelen. Een ander voorbeeld is het samen zingen van liedjes. Dat is vooral bij jongere kinderen een aansprekende werkvorm, waarbij kleuters zonder er erg in hebben heel wat woordjes Engels uit hun mond laten rollen. En met plaatjes erbij weten ze ook waarover ze zingen. Letterlijk activerend zijn de werkvormen waarbij leerlingen gebaren en bewegingen maken bij het inoefenen van woorden. Zo maken leerlingen spelenderwijs kennis met een nieuwe taal. ‘English is fun’, liet een gebruiker van Stepping Stones Junior weten. Een mooier compliment kun je je voor je methode niet wensen.
Wil je zelf met je leerlingen uitproberen hoe je samen in het Engels kunt communiceren?